maandag 19 april 2010

" Hier heb ik de zekerheid en veiligheid die ik nodig heb"

Ze wijst op het zorgleefplan. “Dat zegt toch alles? Een foto van een bejaarde mevrouw, dat is het beeld dat ook deze zorginstelling uitdraagt van zorgcentra. Dat is het beeld dat iedereen heeft”.

Zelf is ze niet bejaard. Ze is het levende bewijs dat in verzorgingshuizen ook jonge mensen kunnen wonen. Marga Uittenbogaard is 57 en woont in Florastate in Leeuwarden. In het centrum wonen zeker niet alleen ouderen. Iedereen die zorg nodig heeft, kan er in principe terecht, ongeacht de leeftijd.

In Florastate is het half om half wat de verdeling jong en oud betreft. Er wonen uiteraard mensen van in de zeventig, maar er zijn ook enkele dertigers.

Marga Uittenbogaard, geboren in Rotterdam, deed HBS-A en Schoevers en kwam te werken op een Medisch Kleuter Dagverblijf. Na een aantal jaren maakte ze een grote omslag in haar leven en wilde iets geheel anders doen. Ze vertrok naar Fryslân en vond inderdaad iets geheel anders: werken op een aardappelrooimachine.

Een tijd lang werkte ze voor AGO Verzekeringen, waarna ze bij het Bureau voor Rechtshulp terecht kwam. In die tijd openbaarde de ziekte zich: Multiple Sclerosis. Ze bleef zo lang werken als ze kon, ook nadat ze deels in de WAO terecht kwam. Eerst halve dagen werken en toen ze helemaal was afgekeurd kwam ze nog als vrijwilliger.

Door een schub (een plotselinge sprong, verergering van de ziekte) belandde Marga in het Medisch Centrum Leeuwarden. Na de opname volgde revalidatie in De Batting in Leeuwarden. Daarna kwam ze weer thuis. Dat was een moeilijke periode. Er was wel thuiszorg, maar de constante wisselingen waren erg onprettig.

Het keerpunt kwam toen ze zelf niet bij haar pijnstillers kon komen. Ze drukte het alarm in, maar er kwam niemand. Pas na uren van wachten stond er iemand voor haar deur. Dat was het moment waarop Marga besloot een plek in een zorgcentrum aan te vragen.

“Ik was blij dat er een plek vrijkwam in Florastate. Het geeft mij zekerheid en veiligheid die ik nodig heb. Er is een constante ploeg begeleiders en verzorgenden. Je hebt altijd de mogelijkheid om mee te doen aan gezamenlijke activiteiten: scrabble, de eetgroep op woensdag, klaverjassen. Maar ik kan me ook prima alleen redden. Ik heb mijn boeken en mijn muziek. Het concentreren op de tekst van een boek, wordt lastiger. Maar nu heb ik de luisterboeken op CD ontdekt. Een fantastische uitvinding!”

Voor een vrouw die ooit zelfstandig was en volop in het leven stond met haar baan en haar hobby’s, moet het wonen in een zorgcentrum een grote stap terug zijn. Zo lijkt Marga Uittenbogaard het echter niet te ervaren.
“Ik heb geen moeite met het inleveren van zelfstandigheid. Natuurlijk wordt het ritme in dit huis bepaald door de begeleiding, maar soms kies je er voor om ergens niet aan mee te doen. Sterker nog, ik ben helemaal niet ontevreden over het personeel hier, als ik dat vergelijk met de thuiszorg. Daar willen ze veel eerder bepalen wat goed voor je is. Ze zijn veel dominanter bij de thuiszorg”.


Dit is deel 7 in een serie portetten die is gemaakt in het kader van het project Van Monoloog naar Dialoog, dat in 2007 en 2008 werd uitgevoerd door Zorgbelang Fryslân. Het project had tot doel om personeel en bewoners van verzorgingshuizen met elkaar in gesprek te brengen

In het kader van dat project zijn negen bewoners van verzorgingshuizen geïnterviewd. Zij vertellen iets over hun ervaringen in een zorgcentrum. Wat het betekent om niet meer zelfstandig te wonen, maar verzorgd te worden, waar ze tevreden over zijn, wat ze missen. Op die manier ontstaat een aardig inzicht in wat deze mensen belangrijk vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten