woensdag 10 november 2010

Hoge babysterfte: wie doet er iets tegen?

Groot nieuws in alle media: de babysterfte in Nederland ligt onaanvaardbaar hoog. Wat is er aan de hand? In Nederland begeleiden verloskundigen risicoloze bevallingen. Dat kan in het ziekenhuis, maar ook thuis. Als door de verloskundige wordt ingeschat dat de bevalling enig risico bevat, stuurt zij door naar de gynaecoloog. De bevalling vindt dan zeker in het ziekenhuis plaats.

Uit het onderzoek zijn twee schokkende feiten naar voren gekomen. In de eerste plaats blijkt dat verloskundigen lang niet altijd een goede inschatting van de risico’s kunnen maken, omdat zij niet over dezelfde middelen beschikken als een gynaecoloog in het ziekenhuis. Door dergelijke ‘missers’ ligt de babysterfte rond als risicoloos ingeschatte thuisbevallingen even hoog als de gecompliceerde bevallingen in het ziekenhuis.

Het tweede feit is dat als een moeder ergens gedurende de zwangerschap van verloskundige wordt overgedragen aan een gynaecoloog, de babysterfte liefst vier maal hoger blijkt te zijn dan bij geplande thuis- of ziekenhuisbevallingen! Dit is het gevolg van het feit dat de gynaecoloog dan een kennisachterstand over moeder en kind heeft.

En dat is misschien wel het meest trieste aan de hele berichtgeving. Dat we ieder jaar in Nederland met 400 overleden baby’s en 800 getraumatiseerde ouders worden geconfronteerd, omdat verloskundigen en gynaecologen in twee verschillende werelden lijken te werken!

Het lijkt zo gemakkelijk te vermijden: laat de gynaecologie de risico-inschatting maken, laat verloskundige en gynaecoloog beide controles uitvoeren. Als een zwangerschap met een laag risico wordt ingeschat, kan moeder thuis bevallen. Als er toch complicaties optreden gaat ze alsnog naar het ziekenhuis, waar zij bekend is bij de gynaecoloog. Waarschijnlijk zul je zien dat de babysterfte daardoor al daalt.

Beide beroepsgroepen bestaan uit intelligente mensen, dus ik maak ook eens een inschatting: dit moet toch binnen een half jaar geregeld zijn?